woensdag 26 januari 2011

Over een man en zijn verte

They are the damned
and so their sadness is perfect,
delicate as an egg placed in your palm
Hard, it is decorated with their face

Aanzie een man tot aan zijn onderschatte zijde
De nacht voor hij zijn grote toespraak houden moet
Een grote vrouw met gouden schoentjes aan de voet
Zij klopt op haar schoot, mijn god, wat is ze warm

De nacht voor hij zijn grote toespraak houden moet
Zijn gezicht is mos, mos zijn gezicht
Zij klopt op haar schoot, mijn god, wat is ze warm
Beter geen Nietzsche lezen in de winter lief!

Zijn gezicht is mos, mos zijn gezicht
Zij pakt hem op in de ruime bocht van haar arm
Beter geen Nietzsche lezen in de winter lief!
Hij bijt in haar ziel, ze heeft nog wat te krijg

Zij pakt hem op in de ruime bocht van haar arm
Het verdriet is volmaakt: zij staan in elkaars zon
Hij bijt in haar ziel, ze heeft nog wat te krijg
Aanzie een man tot aan zijn onderschatte zijde.


Het citaat komt uit de roman On beauty van Zadie Smith. Door haar kwam ik indertijd in aanraking met deze bijzondere dichtvorm.
Het gedicht is een van de pantoens in mijn derde bundel Er is weinig aan de lente veranderd (2008)